Mikado

De vorst is uit de grond, de wind had even andere dingen te doen en de zon besloot te verschijnen. Een perfecte dag dus om een paar stappen verder te komen met de heg tussen buurman Henk en ons. Niet omdat we geen contact willen met Henk en Isabelle – onze lieve buurtjes – maar wel omdat een wilgentakken heg zo’n fijne natuurlijke, semipermeabele afscheiding is (waar je gewoon lekker nog doorheen kan kijken).

Het voorwerk was al gedaan. Mans had al wat extra palen in de grond geslagen, die konden we nu een extra klap op hun kop geven en recht zetten. Buurvrouw Fleur en Vos waren al met de kettingzaag tekeer gegaan om de wilgen te temmen langs de oprit. En Odar en ik hadden eerder al een grote bups wilgentakken verplaatst naar de heg.

Wat dan overblijft is een spelletje mikado: die tak eruit trekken die het meest vrij ligt en naar de heg verplaatsen. En dan weer de volgende, enzovoort.

Zo Zen kan een zaterdag zijn.

Woelmuis

Hmm… typisch. Wat is hier aan de hand?

Google weet raadt:

Vraatsporen van de ondergrondse woelmuis zijn te vinden aan wortels van cultuurgewassen. Zo hollen ze bieten, bloembollen, wortels, knollen en dergelijke van onderaf uit. Deze knaagsporen zijn 1-2 mm breed. Ook bijten ze biezen in korte stukken en ontdoen van de groene buitenkant zodat het witte merg achterblijft. Bij hun gangen en voorraadkamers zijn voedselresten te vinden van noten, kruiden, grassen en wormen. Planten die bruin worden of snel verwelken kunnen ondergronds aangevreten zijn door de ondergrondse woelmuis.

Nou. Lekker dan. Daar is onze kruidenspiraal mooi klaar mee. Was nog zo onder de indruk dat ‘ie de winter had overleefd. Iets te vroeg gejuicht 🙂

beeld: https://www.zoogdiervereniging.nl/zoogdiersoorten/ondergrondse-woelmuis

Generale repetitie

In 2022 trouwden vrienden Roel en Dieuwertje bij ons op het terrein. Komend jaar gaan we er zelf aan geloven. Spannend. In de kerstperiode beloven we elkaar elke zondag even stil te staan bij die bruiloft. En onder het genot van een fijne wandeling een en ander uit te wisselen en in gang te zetten.

Vandaag lukt dat in het bijzijn van vriendin Nancy, die de eerste fik helpt aanmaken in de boomgaard, op 7 januari 2024. Met warme choco en een doosje slechte lucifers houden we onszelf bezig.

Takje voor takje bouwen we een warm vuurtje. Zoals we ook een warm feestje gaan bouwen eind van deze lente. Zin in!

Imkers verenigt u zich bij ons

Op een mooie vrijdagmiddag, waarschijnlijk tijdens de zwemles van Odar, las ik in ’t lokale blaadje een oproep:

Wie oh wie helpt onze vereniging uit de brand? Op de plek waar we onze bijenkasten nu hebben staan, zijn we niet langer welkom. We zoeken een plek waar we onze kasten kunnen zetten en nieuwe imkers kunnen opleiden.

‘Vos; is dit niet iets voor bij ons? Het lijkt me bijzonder om de boomgaard te delen met zo’n vereniging. En dan kunnen we en passant zelf ook leren imkeren.’

Dat liet Vos zich geen twee keer zeggen. Toen we niet direct respons kregen op onze mail, ging Vos erachter aan. En zo geschiedde het dat in maart 2023 Helle, Rob en Vos een houten raamwerk timmerden voor de bijenkasten van de vereniging. Kort daarop startte de eerste bijencursus waar Vos uiteraard aan mee deed.

Er kwamen eigen volken; Vos importeerde de Buckfast-Rueppler uit Duitsland. Een Christelijke bij: op de abdij van Buckfast in Engeland is een broeder er ooit mee gestart. Ze staan bekend als zachtaardig.

Ook Zorra en Odar vinden het imkeren tof. En hoewel ik ook een pak heb inmiddels, doe ik er nog weinig mee.

Volgens Vos zijn bijen goed voor je gestel. Je wordt er nederig van. Je kalmeert erdoor. Je voelt hoe groot de intelligentie is van zo’n volk, en hoe weinig je zelf eigenlijk weet.

En het is ook een fijn gevoel om onze hele plek meer tot bloei te brengen, het hele jaar door, steeds beter beseffend hoezeer honingbijen en wilde bijen daarvan profiteren.

Bruiloft Roel en Dieuwertje

Op 10 september 2022 trouwen twee bijzondere mensen bij ons op het terrein. Martine leerde Roel en Dieuwertje kennen toen ze in Rotterdam bij hen in ging wonen met Driekus. Op de Volmarijnstraat 113. Weliswaar met een eigen ingang en een eigen achter, maar toch. Ze leefden onder hetzelfde dak.

De klik tussen alle partijen was groot. Roel gaf later zelfs toe dat Driekus de eerste hond was waar hij hartkloppingen van kreeg. Gelukkig ging hij er niet met Driekus van door en beloofde hij trouw aan Dieuwertje op een mooie zaterdag, aan de Boogerdweg 6.

Het feest loog er niet om. En even was Ithaca een betoverd paradijsje, voor twee hele bijzondere mensen en al hun familie en vrienden.

PS – voor de geschiedkundigen onder ons; de vonk tussen Martine en Vos sloeg over aan de Volmarijnstraat. En voor de pubquizzers onders ons: Vos was zo vaak in de Volmarijnstraaat te vinden omdat op de hoek van de Volmarijnstraat en de Heemraadssingel zijn vader en stiefmoeder wonen. Toen Driekus (hond Martine) en Google (hond ouders Vos en Vos) vrienden werden, ontstond ook een connectie tussen Martine en Natasja (stiefmoeder Vos). En van het een kwam het ander 😉

Buurman Sam is niet meer

Stille Sam. Die zo af en toe onze boomgaard binnen wandelde.
Die even kwam kijken hoe het ging.
Sam, voor wie Vos een keer op wacht stond, opdat hij rustig zeekraal kon snijden in het natuurgebied.
Sam, die wel raad wist met onze konijnen. Die eens een mol dood trapte waar Vos en Mans naast stonden.
Sam, die het leuk vond als Odar langs kwam.
Sam, je bent niet meer.
We gaan je missen.

Het temmen van de wilg

wilg

Is het een idee dat we deze week even langskomen voor de wilg? Willian Boot heeft er zin in. Zijn jonge mannen kunnen wel een klus gebruiken om hun krachten te meten. En nog voor we goed en wel wakker zijn horen we het gezaag.

Zagen, zagen, wiedewiedewagen, zingt Odar.

De jongens hangen al aan een tak, die hopelijk niet doorbreekt. Als we ’s middags uit een ‘call’ rollen, is de wilg een kopje kleiner. Ongeveer net zo kort gewiekt als mijn Corona-haar door een iets te enthousiaste kapper. Arme wilg. Dit is wel een identiteits-dingetje.

Maar we voelen ons er wel een stukje veiliger door.

Nu nog even opruimen: die knoestige stammetjes, die de narcissen pletten en bijna de stupa van Vos bedolven. Maar daar stak de God van de Stupas een stokje voor.

Benieuwd wanneer de wilg zijn wilde haren weer terug krijgt. Hopelijk is de groene specht niet al te verdrietig.

Ga nou hardlopen morgen

Zo’n klein stemmetje van binnen vertelde me de avond van tevoren al dat ik mijn wekker moest zetten. Vroeg genoeg om nog met dauw de dag te beginnen. Dat heb ik geweten. Het was bijna een mystieke ervaring.

Of misschien wel helemaal.

Mijn hart gaat er nog steeds sneller van kloppen. Een betoverend landschap. Waar ik gewoon verliefd op kan worden.

Kijk zelf maar.

Het einde der gansjes

Zo af en toe word ik ergens stil van. Een leeg geroofd ganzennest is wel zo’n dingetje. In mijn noeste opruimacties struinde ik op de grenzen van ons terrein. En ineens lagen daar die eieren. Met een kleur geel waar je je vingers bij aflikt. Of Driekus zijn pootjes.

De mieren lustten er wel brood van.

De wrede kringloop van een ganzenei.

Waren het kauwen, kraaien of ratten? We zullen het wel nooit weten.

Zomer in maart – winter in april

Maart roert zijn staart. April doet wat hij wil.

Test. Test. Test.

Staat u stevig bloempje?

Bikini al van zolder? Waar is de pomp voor ons luchtbed?

En ineens gaat het weer los.

Waar we op 31 maart de eerste kids konden verwelkomen voor de inauguratie van onze zwemvijver, zoeken we op 5 april de mutsen er weer bij en vindt opa het te koud om paaseieren te zoeken.

’t Is me wat.

Spectaculair is het wel. En een goede test voor ons aanpassingsvermogen. Van bloem tot mens. ’t Was even schakelen.

31 maart 2021
Zondag 28 maart 2021
2e Paasdag – 5 april 2021