Zomer in maart – winter in april

Maart roert zijn staart. April doet wat hij wil.

Test. Test. Test.

Staat u stevig bloempje?

Bikini al van zolder? Waar is de pomp voor ons luchtbed?

En ineens gaat het weer los.

Waar we op 31 maart de eerste kids konden verwelkomen voor de inauguratie van onze zwemvijver, zoeken we op 5 april de mutsen er weer bij en vindt opa het te koud om paaseieren te zoeken.

’t Is me wat.

Spectaculair is het wel. En een goede test voor ons aanpassingsvermogen. Van bloem tot mens. ’t Was even schakelen.

31 maart 2021
Zondag 28 maart 2021
2e Paasdag – 5 april 2021

Wat een winter

“Lief. Ik denk niet dat we dit jaar een winter krijgen. Het is zo zacht. De boomgaard staat al in bloei. De bollen komen op. De sneeuwklokjes hebben zich al gemeld. Dit wordt een winterloos jaar.”

Nou. Dat hebben we geweten.

Wat een winter!

Een kleine impressie is op zijn plaats. Foto’s zeggen in dit geval meer dan woorden.

De dag na de dramatische observatie van mijn lief Vos – op 9 jan 2021 – was het alsof ‘het land’ had geluisterd en het onderste uit de kast haalde. Alles was wit. En Odar kon voor het eerst van zijn leven stampen op ijs.

Jaaaa…
‘Stampie stampie’
De eerste tekenen van een ‘winter’….

Geweldig.

Nog geen twee weken later – op 25 jan 2021 – was het nog meer raak. Alles was wit. En met een prachtig zonnetje leverde dit geniale winterse taferelen op.

Dit zou zomaar genoeg geweest zijn, maar er kwam nog meer. Op 7 februari meldden de sneeuwvlokjes zich wederom. Dit keer in grote getale om ook een tijdje niet meer weg te gaan. Niks in mij dacht daarbij aan schaatsen, totdat ik om mij heen merkte dat de schaatskoorts toesloeg. Op woensdagavond 10 februari stond ik voor het eerst op de vijver met mijn noren. Gewoon voor het gevoel.

En op vrijdag, zaterdag en zondag schaatsten we de blaren op onze enkels. Gewoon bij ons op de sloot, midden in Plan Tureluur. Zelfs Odar meldde zich op het ijs. Op mijn rug, in een slee of op zijn traktor. De kou kon hem niet deren.

Dank winterfeeƫn voor het luisteren. En voor de pijn noch moeite die jullie je getroost hebben, om mijn geloof in het winterse seizoen, nog niet helemaal kwijt te raken.